Beter een kwaad been als geen.
Je moet van twee kwaden het minst slechte kiezen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Het is beter de bakkers te paard als de dokters.
- Beter benijd dan beklaagd.
- Beter duur als niet te koop.
- Beter een half ei dan een lege dop.
- Het ei wil beter wezen dan de hen.
- Beter arm met ere dan rijk met schande.
- Beter hard geblazen dan de mond gebrand.
- Geen beter gemak dan eigen dak.
- Beter ham zonder mosterd dan mosterd zonder ham.
- Beter een andermans hemd dan geen.
- Hoe meerder hoop hoe beter koop.
- Beter jong gestorven Als oud bedorven.
- het kan beter van de kerk als van de kapelle.
- Waar klappen goed is is zwijgen beter.
- Beter een lap dan een gat.
- Beter een luis in de pot dan helemaal geen vlees.
- Beter onbegonnen dan ongeƫindigd.
- Beter onrecht lijden dan onrecht doen.
- Beter een ons geluk dan een pond wijsheid.
- Beter scheel als blind.
- Het is beter de schoenen versleten als het bed.
- Het kan beter van de schoof dan van de band.
- Men is beter met smid als met smeeken.
- Het kan beter van een stad dan van een dorp.
- Het is beter stil gezwegen als kwalijk gesproken.
- Dat komt terecht beter dan de verzopen dubbeltjes.
- Neemt uw tijd te baat te vroeg is beter dan te laat.
- Beter ermee verlegen dan erom verlegen.
- Beter erom verlegen dan ermee verlegen.
- Beter er om verlegen dan er mee verlegen.
- Beter een vink geplukt dan ledig gezeten.
- Beter doorhet vuur te vliegen dan er door te kruipen.
- Die zaak kunnen ze beter opdoeken.
- Iemand beentje lichten.
- Hij is een blok aan het been.
- Dat is een blok aan zijn been.
- Een boer steekt altijd een arm of een been uit.
- Gevaart is dood en Lenaart is een been af.
- Dat gaat door merg en been.
- Dat is een pleister op een houten been.
- Met het verkeerde been uit bed stappen.
- Steen en been klagen.
- Hij is vel over been.
- Zijn beste beentje voorzetten.
- Het vriest steen en been.
- Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
- Elke dag heeft zijn eigen kwaad.
- Hij weet van de Duivel geen kwaad.
- Effen is kwaad treffen.
- Gierigheid is de wortel van alle kwaad.
- Met onwillige honden is het kwaad hazen vangen.
- Voor ingeworteld kwaad is weinig raad.
- Hij stookt kwaad vuur.
- Hij vervalt van kwaad tot erger.
- Wie kwaad doet kwaad ontmoet.
- Het kwaad wordt bestraft.
- Kwaad worden is menselijk maar haten is Duivels.
- Kwaad worden is menselijk kwaad blijven is Duivels.
- Het te kwaad krijgen.
- Kwaad bloed opzetten.
- Kwaad ei kwaad kuiken.
- Kwaad gezelschap doet dolen.
- Het is kwaad kammen daar geen haar is.
- Het is kwaad knijpen zonder vingers.
- Waar kwaad is komt kwaad bij.
- Het kwaad loont zijn meester.
- Een kwaad oog op iemand hebben.
- Het is kwaad stelen waar de waard een dief is.
- Het kwaad straft zichzelf.
- Het is kwaad oude vossen te vangen.
- In een kwaad vel steken.
- Kwaad kruid [onkruid] vergaat niet.
- Het kwaad met wortel en tak uitroeien.
- Nooit man zo kwaad of hij deed iemand baat.
- Hij is erg pissig op hem Hij is erg kwaad op hem.
- Hij weet van de prins geen kwaad.
- Schuld is een kwaad beest dat niemand hebben wil.
- Met trommels is het kwaad hazen vangen.
- Tegen wind en stroom is het kwaad roeien.
- Wee de wolf die in een kwaad gerucht staat.
- Een goed woord baat een kwaad woord schaadt.