Hij gunt hem het wit in zijn oog niet.
Hij haat hem.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Die geen wit brood en heeft gedoe met bruin.
- Een groene Kerstmis een witte Pasen.
- Hij is een man met een witte lever.
- De prins op het witte paard.
- Het is thee met witte puntjes.
- Hij heeft te veel wit in de ogen.
- Die niet wit en wilt worden moet uit de molen blijven.
- Wit zijn met iemand.
- Een wit voetje bij iemand hebben.
- Dat zijn witte kamaraden.
- Witte peerden eisen veel stro.
- Een witte raaf.
- Hij heeft zin noch wit.
- Iets zwart op wit hebben staan.
- Dat is hem een doorn in het oog.
- Een kwaad oog op iemand hebben.
- Het laken door het oog van de schaar halen.
- Hij gunt hem het licht in zijn oog niet.
- Iets met een half oog zien.
- Het is een lust voor het oog.
- Het Boze Oog.
- Het oog ziet altijd van zich af.
- Het oog was groter dan de maag.
- Oog [Ook] om oog en tand om tand.
- Het oog wil ook wat hebben.
- Uit het oog uit het hart.
- Het oog van de meester maakt het paard vet.
- Het oog van de meester maakt de paarden vet.
- Oog om oog en tand om tand.
- Het oog sluiten voor iemands tekortkomingen.
- Een oog in het zeil houden.
- Wat het oog niet ziet deert het hart niet.
- Hij heeft Schiedam in het oog.
- Dat past als een vuist op een oog.
- Ik waag er een oog aan.
- Een zeer oog kan het licht niet verdragen.