Hij is in de winter van zijn leven.
Hij is (hoog)bejaard.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met leven
Boven zijn stand leven.
Hij leeft met meer weelde en luxe dan hij zich veroorloven kan.
Meer
Dat is zijn lust en zijn leven.
Daar leeft hij voor; dat vindt hij bijzonder leuk om te doen.
Meer
De mens zal bij brood alleen niet leven.
Een mens heeft niet alleen lichamelijke maar ook geestelijke behoeftes.
Meer
Een bruin leven.
Een goed leven.
Meer
Een leven als een luis op een zeer hoofd.
Een gemakkelijk en comfortabel leven.
Meer
Spreekwoorden met winter
Als de dagen lengen begint de winter te strengen.
Aan het einde van het jaar wordt het koud.
Meer
Hij heeft winter.
Hij heeft het erg arm.
Meer
Men hoort van ver dat de winter koud is.
het is al gauw alom bekend als er ergens gevaar is.
Meer
Zo komt Jan Splinter door de winter.
Zo moeten de arme mensen de winter zien te overleven.
Meer