Hij is van God los.
Hij is niet normaal.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De beer is los.
- Zij maakt het beest in hem los.
- Zijn boordje er niet voor los maken.
- Er zit bij hem een draadje [snaar] los.
- Hij gaat er driftig op los.
- Het is net of de Duivel er los is.
- Dat is te dwaas om los te lopen.
- Het hangt aan elkaar als los [droog] zand.
- Dat is te gek om los te lopen.
- Hij is grof gesponnen en los genaaid.
- Hij heeft de hakken los.
- Hij heeft de lat los.
- Er is bij hem een schroefje los.
- De tong raakt los.
- Een gedwongen eed doet God leed.
- Den armen gegeven is God geleend.
- Doe uw best God doet de rest.
- Hij is goed in God.
- Hij steekt God de ogen uit.
- Hij wandelt met God in de waarheid.
- Dat zullen wij God en de molenaar laten scheiden.
- De mens wikt maar God beschikt.
- God is geen spreker doch op Zijn tijd een wreker.
- God wreekt daar hij niet spreekt.
- God niet van je houdt.
- God borgt wel maar en scheldt niet kwijt.
- God geeft het dubbel weer als men goed doet.
- Het is God geklaagd.
- Bij God is genade maar bij hem niet.
- God laat ons zinken maar niet verdrinken.
- God spijst de vogels maar ze moeten er om vliegen.
- Het valt er in als God woord in een ouderling.
- Help uzelf zo helpt u God.
- Leven als God in Frankrijk.