Hij praat krom.
Hij praat geen goed Nederlands.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij praat met een aardappel in zijn mond.
- Hij praat honderd uit.
- Hij praat als een kip [kuiken] zonder kop.
- Hij praat als een metworst die het vet ontlopen is.
- Hij praat met zijn mond daar een ander mee eet.
- Hij praat zijn mond voorbij.
- De derde man brengt de praat [spraak] an.
- Hij praat als een smid.
- Veel op de straat veel op de praat.
- Hij praat uitentreuren.
- Zijn handen staan krom.
- Dat is een krom en verdraaid geslacht.
- Krom liggen.
- Een goed pad krom loopt nooit [niet] om.