Horen zeggen is half gelogen.
Je moet niet alles zomaar geloven (en doorvertellen) wat je hebt vernomen via roddels.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Beloften half gedaan zijn haast in rook vergaan.
- Beter een half ei dan een lege dop.
- Goed geladen is half gereden.
- Iets met een half oog zien.
- Stout gesproken is half gevochten.
- Goede moed is half teergeld.
- Het werk wel overleid is half voltrokken.
- Zoetjes geweigerd is half gegeven.
- Geen erger doven dan die niet horen willen.
- Hij kan het gras horen groeien.
- Die niet horen wil moet voelen.
- Wie niet horen wil moet voelen.
- Die vele horen zeggen horen vele liegen.
- Er horen geen twee hanen op één erf.
- Horen en zien vergaat je hier.
- Van horen zeggen liegt men het meeste.
- Horen zien en zwijgen.
- Kinderen horen meer dan je denkt.
- Meisjes horen niet in het openbaar te fluiten.
- Ik heb er een muisje van horen piepen.
- Die oren heeft om te horen die hore.
- Een vrouw en een poes horen in hoes.
- Hij kan hond nog stront zeggen.
- Iets om de kool zeggen.
- Op de man af iets zeggen.
- Iemand ongezouten [vierkant] de waarheid zeggen.
- Praten en breien zeggen de meisjes van Leien.
- Door dit rijmpje op te zeggen verdwijnt de hik.
- Iemand onbewimpeld de waarheid zeggen.
- Ja en amen zeggen.
- Tussen doen en zeggen lange mijlen leggen.
- Iets uittentreuren zeggen.
- ik zal zeggen wie je bent.
- Het is met zeggen niet te doen.
- Iets zeggen zonder te blikken of te blozen.
- Zeggen en doen is twee.
- Zeggen en doen verschilt wel tien roen.