Iemand aan de kar stoten.
Iemand helpen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met stoten
Hardlopers en zachtlopers komen in dezelfde
Zijn onderneming is niet geslaagd.
Hij is beledigd.
Iemand werkloos maken.
Moeizaam.
Spreekwoorden met kar
Hij voelt is niet verantwoordelijk en heeft makkelijk praten.
Hij verandert van gedachte.
Iemand boos maken.
Zij heeft een miskraam gehad.