Tegen iemands kar rijden.
Iemand boos maken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met iemands
Iemand overal volgen.
Zeer geïnteresseerd naar iemands verhalen luisteren.
Troost.
Iemands gebreken niet willen zien.
Hij pakt iemand anders zijn meisje af.
Spreekwoorden met tegen
Dat deed hij hoewel hij daar helemaal geen zin in had.
Daar heb ik principiële bezwaren tegen.
Daar heb ik principiële bezwaren tegen.
Een slecht man zal niet vergeten wie hem ooit heeft tegengewerkt.
Zich ergens tegen verzetten terwijl het geen nut heeft.
Spreekwoorden met rijden
Als je op jonge leeftijd te verkwistend bent geweest zul je er later last van krijgen.
In een zware versnelling rijden op de fiets.
Iets doen wat niet mag.
Hij is onvoorzichtig bezig.
Hij kan twee dingen tegelijk.
Spreekwoorden met kar
Hij voelt is niet verantwoordelijk en heeft makkelijk praten.
Hij verandert van gedachte.
Iemand helpen.
Zij heeft een miskraam gehad.