Iemand een muts passen.
Iemand ter verantwoording roepen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met muts
Dat zit zo vast als een muts met zeven keelbanden.
Dat is zeker.
Meer
De muts staat hem verkeerd.
Hij heeft een slecht humeur.
Meer
De muts stond hem scheef.
Hij had een slechte bui.
Meer
Er is geen smijten met de muts naar.
Je kunt het niet raden.
Meer
Het scheelt hem onder de muts.
Hij is niet normaal.
Meer