Met passen en meten wordt de meeste tijd versleten.
Door overbodige voorbereidingen gaat veel tijd verloren.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- In het fijnste laken zit het meeste bedrog.
- Van horen zeggen liegt men het meeste.
- Onder de toren wonen de meeste geuzen.
- Een glas op zijn tijd houdt de mot uit de maag.
- God is geen spreker doch op Zijn tijd een wreker.
- Als buurmans huis brandt is het tijd om uit te zien.
- Koop het in de tijd en gebruik het in de nood.
- Een krijgsman wint al veel al wint hij niets dan tijd.
- Oordeel niet voor de tijd.
- Dat zal een behoorlijke tijd gaan duren.
- Hij weet tijd en tij te kavelen.
- Hij weet de tijd goed uit te kopen.
- Neemt uw tijd te baat te vroeg is beter dan te laat.
- Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.
- Komt tijd Komt raad.
- Hij is bij de tijd.
- Tijd slijt.
- De tijd uitkopen.
- Bij tijd en wijle.
- Het is tijd dat ik mijn anker licht.
- Tijd is geld.
- De tijd zal het leren.
- De tijd zal het leren.
- Tijd brengt raad.
- De tijd baart rozen.
- De tijd is snel gebruikt hem wel.
- Met tijd en stond gaat men de wereld rond.
- Met tijd en stro rijpen de mispels.
- Tijd heeft vleugels en geen teugels.
- Met tijd en vlijt geraakt men wijd.
- Zijn krachten met iemand meten.
- Met twee maten meten.
- Door meten tot weten.
- Iemand een muts passen.
- Het is beter de schoenen versleten als het bed.