Onder de toren wonen de meeste geuzen.

Wallen onder de ogen hebben.

Het lijkt mooi maar er zijn verborgen problemen.

Dat is voorlopig nog niet aan de orde.

Zij zijn het volledig met elkaar eens.

Hij voelt zich daar niet prettig.

Als de avondklok (of moderner: fabrieksfluit) te horen is dan zit het werk erop en mag je naar huis.

Aan iets beginnen waarvan men gevoeglijk kan aannemen dat het nooit voltooid zal worden.

Hij pakt het niet goed aan.

Zij voeren het hoogste woord.

Iemand die zich goed voordoet is in de praktijk vaak schijnheilig.

Door overbodige voorbereidingen gaat veel tijd verloren.

Je moet niet alles zomaar geloven (en doorvertellen) wat je hebt vernomen via roddels.

Buiten de stad wonen.

Zij wonen daar paradijselijk.

Zij hebben geen privé-leven; alles wat ze doen is openbaar.