Iemand geen grasje in de weg leggen.
Totaal geen belemmeringen opwerpen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Met een auto over de weg blazen.
- De koninklijke weg bewandelen.
- Onze weg is met doornen en distelen bezaaid.
- Zij is een eind weg.
- Holderdebolder gingen zij weg.
- Jaag een hond weg je krijgt een rekel weer.
- Zij hebben hun loon weg.
- Hij ziet leeuwen op de weg.
- Hij heeft het lelijk weg.
- Dat is zo oud als de weg naar Rome.
- Dat is zo oud als de weg naar Kralingen.
- Ziekte komt te paard en gaat te voet weg.
- Iemand weg promoveren.
- Iemand uit de weg ruimen.
- Zij heeft het spek al weg.
- Hij heeft een veeg weg.
- Hij is ver weg.
- Het vet zit hem niet in de weg.
- Naar de bekende weg vragen.
- Voor de vuist weg.
- Ik ben er weg van.
- Iemand geen haarbreed in de weg leggen.
- Hij heeft het weg.
- Voor iemand een weg opgraven.
- Hij kent de weg en de spraak.
- Hoe langer de weg hoe moeder de man.
- Hij is er niet weg te slaan.
- Dat loopt niet weg.
- Hij is op weg naar Bommel.
- De weg loopt langs de deur.
- Weg is weg.
- Een weg als een kolfbaan.
- Iemand de weg wijzen.
- Waar een wil is is ook een weg.
- Iets aan banden leggen.
- Je moet de bijl aan de wortel leggen.
- Botje bij botje leggen.
- Iemand in de doeken leggen.
- De hand op iets leggen.
- De hand op de mond leggen.
- Op iemands handen leggen.
- Iemand het hoofd voor de voeten leggen.
- Hutje bij mutje leggen.
- Iemand lagen leggen.
- De laatste hand aan iets leggen.
- Een goede dam leggen.
- Hij moest het loodje leggen.
- Iemand in de luren leggen.
- Het mes bij iemand leggen.
- Het is moeilijk de oude mens af te leggen.
- Een pleister op de wonde leggen.
- De sleutel op de kist leggen.
- Stro op de kist leggen.
- De vinger leggen op de wonde plek.
- Iemand het vuur aan de schenen leggen.
- Iemand in de watten leggen.
- Woorden dat is niets de eenden leggen de eieren.
- Tussen doen en zeggen lange mijlen leggen.
- Een reef in het zeil leggen.
- Ergens de Franse zweep over leggen.