In het zand bijten.
In de strijd sneuvelen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Op de magerste peerden bijten de dazen.
- Blaffende honden bijten niet.
- Kwade honden bijten niet.
- De centen bijten hem.
- De duiten bijten hem.
- In het gras bijten.
- Razenden honden bijten malkander niet.
- Zij moeten op een houtje bijten.
- Het is krabben en bijten.
- Hongerige luizen bijten scherp.
- Magere vliegen bijten scherp.
- Magere vlooien bijten het hardst.
- Iemand iets in het oor bijten.
- Zijn schoenen bijten.
- In het stof bijten.
- Op je tong bijten.
- Twee kwade honden bijten elkaar niet.
- Het hangt aan elkaar als los [droog] zand.
- Zijn kop in 't zand steken.
- Dat gaat over land en zand.
- Talrijk als het zand der zee.
- Zand erover.
- Iemand zand in de ogen strooien.
- Zand in de raderen strooien.