In zee steken.
Beginnen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De bink steken.
- Een boom in brand steken.
- Iemand een teen onder zijn broek steken.
- De broodkruimels steken hem.
- De broodkruimels steken hem.
- De gek steken met iets of iemand.
- Hij moet zijn hand in de zak steken.
- Je moet de hand in eigen boezem steken.
- De hand in eigen boezem steken.
- Zijn hand in een wespennest steken.
- De handen uit de mouwen steken.
- Iemand een hart onder de riem steken.
- De hoofden [koppen] bij elkaar steken.
- Horzels steken niet en hommels doden niet.
- Iets achter de kiezen steken.
- Iemand in de kleren steken.
- Je kop boven het maaiveld steken.
- Zijn kop in 't zand steken.
- Ze hebben de koppen in één zak gestoken.
- Iemand naar de kroon steken.
- Ergens zijn krukken tussen steken.
- In een kwaad vel steken.
- zijn moeders huis in brand gestoken.
- De naald in het spek steken.
- Iemand in het pak steken.
- Iemand een pluim op de hoed steken.
- Iemand in de put steken.
- Een spaak [stok] in het wiel steken.
- Daar is geen hand aan te steken.
- Hij kan een stok in zijn keel steken.
- Ergens een stokje voor steken.
- Iemand een veer op de hoed [in de broek] steken.
- Iemand een veer in zijn kont steken.
- Hij reageerde als door een wesp gestoken.
- De woorden bleven hem in de keel steken.
- Iemand in de zak steken.
- Iets in zijn zak steken.
- Recht door zee gaan.
- Hij is zo rijk als de zee diep is.
- Een schip op het strand een baken in zee.
- Talrijk als het zand der zee.
- Dat wast al het water van de zee niet af.
- Het water loopt altijd naar de zee.
- Water in zee [de Rijn] dragen.
- Het is water naar de zee dragen.
- Met iemand in zee gaan.
- Op een stille zee kan iedereen stierman zijn.
- Wie zee houdt wint de reis.
- De zee is altijd zonder water.
- Het is een zee om uit te drinken.