Korte metten [wetten] maken.
Iets snel en (hardhandig) afhandelen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met maken
Bokkesprongen maken.
Vreemde gebaren maken.
Meer
De kleren maken de man.
Als je goed gekleed gaat heeft men al snel een betere indruk van je.
Meer
De straffe en de roe maken kinderen vroe.
Als je van je kinderen houdt onthou je ze geen straf.
Meer
De veren maken de vogel.
Als je goed gekleed gaat heeft men al snel een betere indruk van je.
Meer
De wolf tot herder maken.
Iemand de mogelijkheid geven om veel narigheid te veroorzaken.
Meer
Spreekwoorden met kort
De teugels kort houden.
Weinig vrijheid geven.
Meer
Een kort lied is gauw gezongen.
Een groot verdriet duurt vaak maar even.
Meer
Ergens in te kort schieten.
Ergens mee falen.
Meer
Goed gezelschap maakt korte mijlen.
Als je in prettig gezelschap verkeerd lijkt een lange reis korter te duren.
Meer
Hij houdt van een kort gebed en van een lang gevret.
Hij houdt van lekker eten maar wil niet graag lang bidden voor het eten.
Meer