Sparen is een groot inkomen.
Door beetje bij beetje te sparen kun je toch nog wat bereiken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Veel beekjes maken een groot water.
- Boompje groot potertje dood.
- Kleine boompjes worden groot.
- Zij heeft de boter groot.
- Is de brok groot men moet er de mond naar zetten.
- Hij heeft het grof en groot.
- Kleine kinderen worden groot.
- Dat is groot laweit in een klein straatje.
- Een groot verzet rijden.
- Een klein schip doet een groot schip zinken.
- Een klein standje is een groot gemak.
- Des vorsten hand Is zo groot als het land.
- Als de vriendschap te groot is loopt ze over.
- Groot in de wapens klein in de beurs.
- Een groot woord houdt een kerel van de huid.
- Het is eer gespaard als vergaard.
- Men moet eerst sparen Wil men vergaren.
- Ere bewaard Kosten gespaard.
- Hij wil de geit en de kool sparen.
- De kool en de geit sparen.
- Een oortje gespaard is een oortje gewonnen.
- Sparen doet garen.
- Een stuiver gespaard is er twee gewonnen.
- Lang vasten is geen brood sparen.
- Vasten is geen brood sparen.