Uit de boot vallen.
Er niet voor in aanmerking komen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met vallen
Nooit.
Daar gaat gevochten worden.
Daar zal een voordeeltje te behalen zijn.
Dat kwam onverwachts.
Het stortregent.
Spreekwoorden met boot
De ruzie is begonnen.
Een goede kans missen.
Wie het eerste aanwezig is heeft de grootste keuzemogelijkheid.
Iemand voor het lapje houden.