Uit zijn haak schieten.
Plots boos worden.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met schieten
Meer vrijheid geven.
Een flinke fout maken.
Je kunt niets met hem beginnen.
Ergens mee falen.
Iemand neerknallen.
Spreekwoorden met haak
Dat is niet zoals het hoort te zijn.
Zich ongevraagd mengen in een gesprek.
Hij is gehuwd met een rijke vrouw.
Hij past niet binnen de groep.
Iemand neerslaan.