Zijn tong slaat ijzer.
Hij praat met een dubbele tong.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij heeft een fluwelen [gladde] tong.
- Haar tong gaat als een lammerstaartje.
- Hij draagt het hart op de tong.
- Hij heeft het hart op de tong.
- Hij bewaakt zijn tong.
- Hij heeft een tong als een scheermes.
- Op je tong bijten.
- Iemand over de tong halen.
- Iemand de tong schrapen.
- De tong raakt los.
- De tong is een klein lid.
- Zijn tong is zo scherp als een sabel.
- Zijn tong hangt aan een slinger.
- Hij loopt met warme lever en tong.
- Zoete inborst zachte tong.
- Nood breekt ijzer.
- Zo hard als ijzer.
- Niemand kan ijzer met handen breken.
- Men moet het ijzer smeden als het heet is.
- IJzer scherpt men met ijzer.
- Hij is van ijzer en staal.
- Zijn kerfstok is van ijzer.
- Dat is lood om oud ijzer.
- Het is lood om oud ijzer.
- Harde stenen slijpen ijzer harde stoten maken wijzer.