Spreekwoorden met kar
5 spreekwoorden gevonden
1 - 5 van 5
De kar is niet aan zijn gat gebonden.
Hij voelt is niet verantwoordelijk en heeft makkelijk praten.
Meer info
Meer
Hij keert zijn kar.
Hij verandert van gedachte.
Meer info
Meer
Iemand aan de kar stoten.
Iemand helpen.
Meer info
Meer
Tegen iemands kar rijden.
Iemand boos maken.
Meer info
Meer
Zij heeft de kar omgesmeten.
Zij heeft een miskraam gehad.
Meer info
Meer