Daar is het roer van het schip.
Daar is het toezicht verdwenen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij betaalt als het schip met geld komt.
- De ratten verlaten het zinkende schip.
- Daar komt een schip met zure appels.
- Een blinde passagier op het schip.
- Dat is geen zeil voor dat schip.
- Een klein schip doet een groot schip zinken.
- Als het schip zinkt dan zinkt ook de lading.
- Zijn schip raakt in de lij.
- Als het schip zinkt zwemmen de ratten er uit.
- Het schip van Staat.
- Een schip met zure appels.
- Het is een schip van bijleg.
- Als het schip met geld komt.
- Het schip gaat naar de kelder.
- Een schip op het strand een baken in zee.
- Het schip der woestijn.
- Schoon schip maken.
- De wal keert het schip.
- Een kruidje-roer-mij-niet.
- Hij kan zijn roer niet recht houden.
- Hij zit aan het roer.
- Die hem aan het roer houdt zal varen.
- Het roer aan de scheg hangen.
- Het roer omgooien.
- Zijn roer recht houden.
- Te roer staan.