De pastoor doet geen twee missen voor één geld.

Als ik maar verdienen kan.

Dat is waardeloos.

Dat brengt veel geld op.

Dat is geld aan iets dwaas uitgeven.

Dat is geld waarvoor hard is gewerkt.

Als je iets ruilt is er altijd één partij die beter af is.

Niet iedereen voert alles op dezelfde manier uit.

Dingen die worden beloofd worden vaak niet nagekomen.

Dat is nu nog niet belangrijk.

Dat is absoluut zeker.

Je weet nooit wat voor weer het in April zal zijn.

Dat is waardeloos.

Daaruit blijkt dat je een goed mens bent.

Bij een huwelijk is het geld vaak belangrijker dan de liefde.

Vroeg in de morgen doe je vaak het makkelijkste het meeste werk.

Als twee medeplichtigen met elkaar ruzieën hoor je de details van hun misdaden.

Iedereen denkt het eerst aan zichzelf.

Ze zijn gehuwd.

Een goede kans missen.

We zijn blij als we van hem af zijn.