Dom volk en varkens laten zich slecht drijven.
Je kunt weinig bereiken met domme mensen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Lege bakken knorrige varkens.
- Van die boer wil hij geen varkens.
- De een scheert schapen en de ander varkens.
- Twee varkens in één hok groeien naar elkaar.
- Hij heeft de varkens geschoren.
- Het is niet voor de varkens gebrouwen.
- Hij is bij de varkens grootgebracht.
- Vele varkens maken de spoeling dun.
- Ruige varkens dijen het beste.
- Veel varkens maken de spoeling dun.
- Een beer laten.
- De boel de boel laten.
- De bui over laten drijven.
- Iets laten doodbloeden.
- Het erf voor de pacht laten liggen.
- Hij heeft de gelegenheid laten glippen.
- Iemand in zijn geloof laten.
- Het getij laten verlopen.
- Dat zullen wij God en de molenaar laten scheiden.
- Iemand de hakken [hielen] laten zien.
- Zich er geen grijze haren over laten groeien.
- Het kastje bij het muurtje laten blijven.
- Zij heeft de kat aan de kaas laten komen.
- Men moet de kat niet aan de kaas laten komen.
- Men moet de kerk midden in het dorp laten.
- Iemand zijn koffer niet laten kruien.
- Iemand in de kou laten staan.
- De rode haan laten kraaien.
- Iets op de lei laten schrijven.
- Hij heeft het lelijk laten liggen.
- Men moet leven en laten leven.
- Het leven laten.
- Hij liet het in de lap hangen.
- Zij lieten zich niet onbetuigd.
- Iemand links laten liggen.
- Iets heen laten lopen.
- Iets in het midden laten.
- Mozes zal Aäron niet met het volk laten begaan.
- Iemand in de pekel laten.
- Iets de revue laten passeren.
- Iemand het rijk alleen laten.
- Iemand in de saus laten zitten.
- De schaaf over iemand laten gaan.
- Iets laten schieten.
- Iemand laten stikken [barsten].
- Hij heeft de teugels laten glippen.
- De teugels laten schieten.
- De riemen laten vallen.
- Hij moest er een veer laten.
- Hij heeft de vogel over het touw laten gaan.
- Iemand de vrije teugel laten.
- Je moet een vrouw niet uit laten gaan.
- Iemand laten waaien.
- Iemand in zijn waarde laten.
- Zijn wieken laten hangen.
- Een zaak laten zakken.
- Iemand laten zakken.
- Dat is een slecht begin.
- Het is een slecht dorp waar het nooit kerstmis is.
- Hij zet een gezicht als drie dagen slecht weer.
- het gaat hen nog niet zo slecht.
- het hen slecht.
- Ze leven slecht en recht.
- Zij leven recht en slecht.
- Het zal hem slecht vergaan.
- Met onbevaren volk is het slecht zeilen.
- Een slecht werkman beschuldigt altijd zijn geuig.
- Hij is zo dom als een kalf.
- Hij is zo dom als het paard van Christus.
- Hij is te dom om voor de Duivel te dansen.
- Hij is te dom om een kuiken te pluimen.
- Mensen met krullen zijn dom.
- Dat is de kurk waar het op drijft.
- Op eigen veren drijven.
- Het vet wil boven drijven.
- Laat dat maar vlotten en drijven.
- Een zaak op de spits drijven.
- Bij gebrek aan volk wordt een snijder kerkvoogd.
- Hoe later op de dag [avond] hoe schoner volk.
- Licht land loos volk.
- Het is schuim van volk.
- Toen de man uit de bijbel zijn volk telde verloor hij.
- Het uitverkoren volk.
- Hij heeft veel volk over de vloer.
- Waar het volk is is de nering.