Het is nooit volle mane van de eerste dag.

Je hebt voor een omvangrijke klus voldoende tijd nodig.

Nooit.

Dat is een verloren dag.

Dat is een heel groot verschil.

Je kunt niet weten wat er vandaag nog gaat gebeuren.

Het is altijd goed als je spijt toont van je slechte daden.

Als je teveel haast hebt lukt het niet.

Uiteindelijk komt de waarheid altijd boven water.

Een gierigaard heeft nooit genoeg.

Je kunt beter gewoon het pad blijven volgen dan dit afsnijden.

Wie zelf genoeg heeft denkt vaak niet aan een ander.

Met een volle maag kun je minder goed denken.

Ergens heel erg van genieten.

Hij klaagt terwijl het hem erg goed gaat.

Iemand erg veel verwijten maken.

Wie goed begint heeft meteen al een voorsprong.

Als je ziek bent kun je altijd nog beter worden.

Een lui man ziet op tegen werken en verzint als eerste een excuus om niet te hoeven werken.

Hij wil het beste maar hij wil er niet voor betalen.

Op Sint-Jan (24 juni) kan er gemaaid worden.