Spreekwoorden met dag

Je hebt voor een omvangrijke klus voldoende tijd nodig.

Nooit.

Dat is een verloren dag.

Dat is een heel groot verschil.

Je kunt niet weten wat er vandaag nog gaat gebeuren.

Je moet je niet teveel zorgen maken over de toekomst.

Er is geen haast bij.

Als je ouder wordt krijg je te maken met diverse kwaaltjes.

Je moet sneller werken.

Hoe slecht het ook gaat er is altijd wel iets positief.

Een dag die slecht begint hoeft nog geen slechte dag te zijn.

Lang uitslapen.

Door gestaag werken kan uiteindelijk toch veel bereikt worden.

Je moet je niet laten ontmoedigen door mogelijke toekomstige problemen.

Je moet je niet teveel zorgen maken om de toekomst.

Het is daar iedere dag feest.

Het is duidelijk.

Voor sommige dingen moet je de tijd nemen.

Hij is de hele dag bezig.

Hij heeft nog een goed gestel gezien zijn hoge leeftijd.

Hij is 's morgens vroeg vertrokken.

Hij is niet op de hoogte.

Hij weet van niets.

De belangrijkste gasten komen het laatst.

Schoon schip maken.

Grote werken kosten veel tijd.

Pas als iets helemaal klaar is kun je iets beoordelen.

Zolang je kunt werken moet je dit doen.

Je hoeft een karwei niet altijd meteen af te ronden.

Na een hele lange tijd.