Morgen is [komt] er weer een dag.
Je hoeft een karwei niet altijd meteen af te ronden.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Door de achterdeur weer binnenkomen.
- Het is een blikken pannetje zo koud en zo weer heet.
- De bolworm steekt hem weer.
- Hij is weer boven water gekomen.
- De draad weer oppakken.
- Hij heeft zijn gat weer volgezopen.
- Hij zet een gezicht als drie dagen slecht weer.
- God geeft het dubbel weer als men goed doet.
- Jaag een hond weg je krijgt een rekel weer.
- Een kat komt altijd weer op zijn poten terecht.
- Krijg het Lazerus [heen en weer].
- het steeds weer mislukken.
- het steeds weer mislukken.
- Hij speelt mooi weer van andermans geld.
- Noorderstof komt mooi weer of.
- Het ging het ene oor in en het andere weer uit.
- Dat paard zal mij niet weer slaan.
- Die zijn pap stort kan die niet allemaal weer oprapen.
- Ze spelen mooi weer van mijn geld.
- Hij krijgt zijn trekken wel weer thuis.
- Verloren eer keert moeilijk weer.
- Hij is vroeg in de weer.
- Je woorden worden weer thuisgebracht.
- Aken en Keulen zijn niet op één dag gebouwd.
- Hij is de hele dag in touw.
- Het is daar iedere dag gezoden en gebraden.
- Na jaar en dag.
- Je moet ook aan de dag van morgen denken.
- Men moet de dag niet vóór de avond prijzen [loven].
- Hij is voor dag en dauw weggegaan.
- Hij weet dag noch uur.
- Hij weet van dag noch datum.
- Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
- Elke dag heeft zijn eigen kwaad.
- iedere dag je geld.
- De ene dag zit bij de andere.
- Het is klaar als de dag.
- Een dag is geen week lang.
- De dag is nog niet ten avond.
- Een dag is nooit zo nat of de zon schijnt altijd wat.
- Elke dag een draadje is een hemdsmouw in een jaar.
- De dag van morgen zal voor zelven zorgen.
- Dat is een dag voor de prins.
- Een gat in de dag slapen.
- Zijn hemd in de Franse dag doen.
- Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd.
- Hij is nog kras op zijn oude dag.
- Hoe later op de dag [avond] hoe schoner volk.
- Het is nooit volle mane van de eerste dag.
- Een droevige morgen een blijde dag.
- De oude dag komt met gebreken.
- Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen.
- Dat is een verschil van dag en nacht.
- Wat de vrouw graag mag eet de man elke dag.
- Men moet werken zolang het dag is.
- Zondagswerk duurt maar één dag.
- Wilt niet zorgen voor de dag van morgen.
- Is de hemel heden grauw morgen is hij blauw.
- Het geen men heden ort is morgen goed voeder.
- Hij werkt van de morgen tot de avond.
- Morgen als Kaatje jarig is.
- Morgen bij de koffie.
- De morgen doet het werk.
- Laat ons eten en drinken want morgen sterven wij.
- Men moet teren dat het morgen niet mag deren.
- Komen we vandaag niet dan komen we morgen.
- Vandaag voor geld morgen om niet.