Hij laat zijn rolletjes goed aflopen.
Hij is een levensgenieter.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met goed
Er valt een stilte in een gezelschap.
Dat loont.
Het is mooi weer op de huwelijksdag.
Iemand die medeplichtig is verdient dezelfde straf als de dader.
Verhuizingen kosten veel geld.
Spreekwoorden met laat
Als iets eenmaal gebeurt is heeft het weinig zin om daar lang bij stil te blijven staan.
Het is altijd goed als je spijt toont van je slechte daden.
Als je van een verkeerde daad spijt hebt is het leed al geschied.
Een vrouw hoort thuis (bij het gezin) te zijn.
Je kunt op God vertrouwen als je zelf ook je best doet.
Spreekwoorden met aflopen
Een toast op de goede afloop; een heildronk.
Iets heel ongemotiveerd en half uitvoeren.
Ergens veel moeite voor moeten doen( om iets te kunnen kopen.
In de toekomst zal blijken hoe het afloopt.
Het leek heel erg maar het bleek mee te vallen.