Ik wil om de keur niet van de balk [trappen] vallen.
Het maakt mij niet uit wat ik kies.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Daar zal averij vallen.
- Uit de boot vallen.
- Met de deur in huis vallen.
- Op zijn doos vallen.
- Waar gehakt wordt vallen spaanders.
- Dat kwam uit de lucht vallen.
- Van mallen komt vallen.
- Door de mand vallen.
- Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen.
- Peerden vallen ook al hebben ze vier poten.
- De regen komt met bakken uit de hemel vallen.
- De schellen vallen hem van de ogen.
- Daar gaan klappen vallen.
- In katzwijm vallen.
- De riemen laten vallen.
- Ergens over vallen.
- Vallen en opstaan is geen schande.
- Van de ene verbazing in de andere vallen.
- Men moet het aan de balk schrijven.
- Balken naar Noorwegen brengen.
- Balken onder de ogen hebben.
- Het geld over de balk smijten [gooien].
- Het geld over de balk gooien.
- Dat mag wel met een krijtje aan de balk.
- Dat is een streep aan de balk.
- Die het eerst in de boot is heeft keur van riemen.
- Die de keur heeft heeft de kwel.
- Te kust en te keur.
- Het keur baart angst.
- Keur baart angst.
- Iemand op zijn ziel trappen.