Klein is de rouwe valt de oude koe dood.
Als oude mensen sterven is het verdriet minder.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij kent evengoed Frans als een koe Spaans.
- Hij kijkt als een hond op een zieke koe.
- Het hooi is op en de koe is dood.
- Als mijn kat een koe was kocht ik geen melk meer.
- Wie de koe koopt heeft het kalf toe.
- Die de koe trouwt heeft ook het kalf.
- De koe is vergeten dat hij kalf geweest is.
- Een koe door de hals melken.
- De koe bij de horens grijpen.
- De koe trekt de melk op.
- Die de koe toekomt die vat hem bij de horens.
- Wie de koe toekomt vat hem bij de horens.
- Koop je buurmans koe en trouw je buurmans dochter.
- Kosters koe mag op het kerkhof grazen.
- Hij is zo levendig als het vogeltje dat koe heet.
- Daar is geen koe bij overstuur.
- Dat is een waarheid als een koe.
- Dat is klein bier.
- Dat is een grote parade maar een klein garnizoen.
- Klein gewin brengt rijkdom in.
- Kleine kinderen worden groot.
- Hij denkt klein van iemand.
- Hij heeft maar een klein hart.
- Dat is groot laweit in een klein straatje.
- Geen heilige zo klein of hij wil zijn kaarsje hebben.
- Iemand klein krijgen.
- Hij is klein van was.
- Grote lantaarn klein licht.
- Iets kort en klein slaan.
- Een ongeluk zit in een klein hoekje.
- Aan een klein vogelken past geen grote bek.
- Een klein schip doet een groot schip zinken.
- Een klein standje is een groot gemak.
- De tong is een klein lid.
- Een klein visje een zoet visje.
- Er gaan niet veel vrienden in een klein huis.
- Groot in de wapens klein in de beurs.
- Een klein winstje een zoet winstje.
- Bijkans en sloeg nooit iemand dood.
- Boompje groot potertje dood.
- Hij heeft daar een broertje aan dood.
- Hij blijft dood op een duit.
- De liefde is sterker dan de dood.
- Hoe dichter bij de dood hoe meer spektakel.
- Dat zal zijn eigen dood wel sterven.
- Dat zal je de dood niet aandoen.
- Hij loopt met de dood in zijn schoenen.
- Het zal wel dood bloeden.
- Die zich dood werkt wordt onder de galg begraven.
- Hij ziet er uit als de dood van Ieperen.
- Hij is zo dood als een pier.
- Voor de dood is geen kruid gewassen.
- Gevaert is dood maar Hebbaert leeft.
- Gevaart is dood en Lenaart is een been af.
- Hij is er als de dood voor.
- Dood gaan we allemaal.
- De dood heeft geen almanak.
- De dood kent geen lieve kinderen.
- Wat dood is bijt niet meer.
- De een zijn dood is de ander zijn brood.
- Tegen de dood is geen kruid gewassen.
- Met een dood kalf is het gemakkelijk sollen.
- Het is er als dood katoen.
- Gauw is dood en langzaam leeft nog.
- De dood wil een oorzaak hebben.
- Met een dood paard is het goed sollen.
- Een dood paard aan een boom binden.
- Het is er de dood in de pot.
- Om de dooie dood niet.
- Edel arm en rijk maakt de dood gelijk.
- Hoe eerder dood hoe eerder begraven.
- Veel honden zijn der hazen dood.
- Er gaan meer kinderen dood dan ouderen.
- Hij is zo mager als de dood van Ieperen.
- Magere Hein De dood.
- Pietje de dood maait altijd.
- Pietje de Dood.
- Dat schaap zal een zachte dood nemen.
- Sla Haman dood.
- Vriezen we dood dan vriezen we dood.
- De waarheid lijdt wel nood maar nooit de dood.