Met de grond gelijk maken.
Volledig afbreken.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Iemand tot een aanfluiting maken.
- Hij maakt daar aanspraak op.
- Iemand baanwijs maken.
- Men moet zijn bed maken zoals men slapen wil.
- Veel beekjes maken een groot water.
- Een beest maken.
- Iemand belachelijk maken.
- Iemand benen maken.
- Bokkesprongen maken.
- Het te bont maken.
- Zijn boordje er niet voor los maken.
- Veel haarkens maken een borstel.
- Iemand burgemeester maken.
- Van de nood een deugd maken.
- Met één dochter kan men geen twee zwagers maken.
- Ergens druk gebruik van maken.
- Effen rekeningen maken goede vrienden.
- Een fles soldaat maken.
- Giften en gaven maken nichten en magen.
- Vele handen maken licht werk.
- Veel handen maken licht werk.
- Zijn handen ergens aan vuil maken.
- Van zijn hart een steen maken.
- Iemand het hof maken.
- Hokus-pokus maken.
- Iemand het hoofd warm maken.
- Zich van kant maken.
- Kantoor maken.
- Kapriolen maken.
- Lege kisten maken twisten.
- De kleren maken de man.
- Kleren maken de man.
- Iemand een kopje kleiner maken.
- Iemand kopschuw maken.
- Korte metten [wetten] maken.
- Ergens kort spel mee maken.
- Iemand koud maken.
- Ergens een kruis over maken.
- Iemand het leven zuur maken.
- Mannetjes maken.
- Het is moeilijk oude apen leren muilen maken.
- Mooie veren maken mooie vogels.
- Van een mug [muis] een olifant maken.
- Naam maken.
- Van zijn neus een anker maken.
- Een nummertje maken.
- Iemand de pis lauw maken.
- Een plan de Campagne maken.
- Platte beurzen maken dulle zinnen.
- Poeha maken.
- Wie in het riet zit kan pijpjes maken.
- De straffe en de roe maken kinderen vroe.
- Ruim baan maken.
- Ze maken ruzie om een haverstro.
- Ergens een lange saus bij maken.
- Schoon schip maken.
- Gelijke schotels maken geen schele ogen.
- Harde stenen slijpen ijzer harde stoten maken wijzer.
- Kromme sprongen maken.
- Iemand een standje maken.
- Een goede ziel weet van stenen brood te maken.
- Vele varkens maken de spoeling dun.
- Veel varkens maken de spoeling dun.
- De veren maken de vogel.
- Zich uit de voeten maken.
- Vrolijke waarden maken vrolijke gasten.
- Het vuurtje aan het branden maken.
- Iets bij iemand wakker maken.
- Zich ergens warm voor maken.
- Werk maken van iets.
- De wolf tot herder maken.
- Iemand zwart maken.
- Kiek is geen mosterdzaad maar de bloei is gelijk.
- Edel arm en rijk maakt de dood gelijk.
- Er is meer gelijk dan eigen.
- Gelijk zoekt zijn gelijk.
- Gelijk met gelijk vergelden.
- Dat komt gelijk kak.
- Hij breidt de kous in het gelijk.
- Een dronken mond spreekt 's harten grond.
- Hij stond aan de grond genageld.
- Hij zit aan de grond.
- De grond brandt hem onder de voeten.
- Iemand de grond in boren.
- Zich in de grond bouwen.
- De grond werd hem te warm onder de voeten.
- Van de hand tot de mond valt de pap op de grond.
- Een zuivere mond een zuivere grond.
- Peilen wat op 's harten grond ligt.
- Hij gaat pompende de grond in.
- Hij is een spreker van de koude grond.
- Dat is een spreker van de koude grond.
- Hij klaagt de stenen uit de grond.
- Hij vloekt de struiken uit de grond.
- Hij is een vakman van de koude grond.
- Hij heeft vaste grond onder de voeten.
- Diepe zwemmers licht te grond.