Op dezelfde stam groeien verschillende vruchten.
Kinderen van dezelfde ouders kunnen toch heel veel van elkaar verschillen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- De appel valt niet ver van de boom [stam].
- Ook de beste boom geeft slechte vruchten.
- Verboden vruchten zijn de zoetste.
- Aan de vruchten herkent [kent] men de boom.
- Aan de vruchten kent men de boom.
- Ergens de vruchten van plukken.
- De bonen groeien altijd naar de perse.
- Het geld groeit me niet op mijn rug.
- Daar groeit het gras in de straten.
- Hij kan het gras horen groeien.
- Waar geen haar groeit groeien ook geen hersens.
- Zich er geen grijze haren over laten groeien.
- Grijze haren groeien op geen zotte bollen.
- Twee varkens in één hok groeien naar elkaar.
- Hij is zo wijs dat hij het gras hoort groeien.
- De koekoek en de sijs hebben niet dezelfde wijs.