Op het huisje gaan.
Naar het toilet gaan.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met gaan
Uitgaan om te feesten.
Daar gaat gevochten worden.
Daar gaat gevochten worden.
Dat zijn onbelangrijke dingen.
Dat is iets heel gewoons.
Spreekwoorden met huisje
Iedereen is daar welkom en wordt goed onthaald.
Ik heb voldoende gehad.
Je moet de zaken zo regelen dat je niet in geldnood geraakt.
Hij let erg op de centen.
Het gewone burgerleven: Een huis met een tuin en eventueel een huisdier (en kinderen).