Spreekwoorden met gaan
55 spreekwoorden gevonden
1 - 30 van 55Uitgaan om te feesten.
Daar gaat gevochten worden.
Daar gaat gevochten worden.
Dat zijn onbelangrijke dingen.
Dat is iets heel gewoons.
Er zijn altijd veel honden om het aas.
Achteruit gaan.
Het gouden kalf aanbidden.
Iemand een goede opvoeding geven.
Belangrijke dingen die moeten gebeuren moet je doen voordat je plezier wilt maken met je meisje.
Uiteindelijk gaat iedereen een keer dood.
Toegeven aan; zich onderwerpen aan.
Ieder mens zal veel leed in zijn leven te verwerken krijgen.
In een kwaad vel steken.
Arme mensen hebben niet veel vrienden.
Als iedereen zich een beetje inschikt passen er veel mensen in dezelfde kleine ruimte.
Niets duurt eeuwig; iedereen gaat dood.
Zich er gemakkelijk van af maken.
Hij ziet nergens tegenop.
Je bloedverwantschap en aard openbaren zich steeds weer.
Hij heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid.
Iemand vleien.
Iemand aanvallen.
Iets zo snel als maar mogelijk is gaan doen.
Gaan trouwen.
Kriskras.
Zorg eerst dat je iets goed kunt voordat je allerlei kunstjes gaat uitproberen.
Vroeg gaan slapen/naar bed.
Met iemand zaken doen.
Overal vertellen wat iemand heeft gezegd.