Spreekwoorden met gaan
55 spreekwoorden gevonden
31 - 55 van 55Als je met slecht gezelschap omgaat neem je de slechte eigenschappen over.
Trouwen met een meisje dat hij eerst niet zag staan en waarmee hij de spot dreef.
Ten onder gaan.
Naar bed gaan.
Op kostschool zitten om de etikette te leren.
Sterven.
Sterven.
Je leert het beste uit ondervinding.
Doodgegaan.
Gaan slapen.
Gaan slapen.
Gaan stappen.
Gaan vechten.
Naar het toilet gaan.
Gelukkig en voorspoedig leven.
Failliet gaan.
Eerlijk te werk gaan.
Wegrijden.
Je helemaal te buiten gaan; feestvieren.
Erg omslachtig werken.
Hij zal worden bestraft.
je kunt maar één ding tegelijk doen.
Ze maken dezelfde vergissing.
Zij eten zonder te bidden.
Zij gaan samen ergens naar toe.