Tussen neus en lippen door.
Terloops.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij zoekt naar zijn bril en heeft hem op de neus.
- Iemand een bril op de neus zetten.
- Dat gebeurde tussen neus en lippen door.
- Iemand de klem op de neus zetten.
- Iemand een knip op de neus zetten.
- Hij heeft een neus als een kapstok.
- Hij heeft een neus als een hond.
- Hij kreeg het in de neus.
- Hij loopt met zijn neus in de wind.
- Hij valt met zijn neus [achterste] [gat] in de boter.
- Hij zei het bij zijn neus langs.
- Dat is hem door de neus geboord.
- Ze hebben hem bij de neus gehad.
- Iemand met de neus kunnen aanwijzen.
- Wie zijn neus schendt schendt zijn aangezicht.
- Hij maakt veel van zijn neus.
- Zijn neus krult.
- Van zijn neus een anker maken.
- Hij is met zijn neus in de boter gevallen.
- Iemand de pen op de neus zetten.
- Iemand een praam op de neus zetten.
- Hij heeft een snee in zijn neus.
- Het is een wassen neus.
- Hij heeft een wild haar in de neus.
- Tussen de deuren komen.
- Hij staat daar als een ezel tussen twee oppers hooi.
- Het is haat en nijd tussen hen.
- Steek je hand niet tussen de schors en de boom.
- Tussen hand en tand wordt een ding wel te schand.
- Hij heeft met zijn hoofd tussen de draaideur gezeten.
- Het is koek en ei tussen die twee.
- Tussen kop en staart zit de beste vis.
- Ergens zijn krukken tussen steken.
- Iemand spreken tussen de oren van een turfmand.
- Hij vertrekt met de staart tussen zijn benen.
- Hij vertrok met de staart tussen zijn benen.
- Hij is tussen twee vuren geraakt.
- Het is een verschil als tussen kussen en geselen.
- Die hem tussen vuur en stro zet brandt geerne.
- Tussen waarheid en leugen ligt een glibberig pad.
- Tussen doen en zeggen lange mijlen leggen.
- Hij is tussen zwijn en big.
- Dat zweefde hem op de lippen.
- Aan iemands lippen hangen.
- Waar de lippen werken daar rusten de handen.
- Het water komt aan de lippen.