Van zijn neus een anker maken.
Op zijn gezicht vallen.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met maken
Vreemde gebaren maken.
Als je goed gekleed gaat heeft men al snel een betere indruk van je.
Als je van je kinderen houdt onthou je ze geen straf.
Als je goed gekleed gaat heeft men al snel een betere indruk van je.
Iemand de mogelijkheid geven om veel narigheid te veroorzaken.
Spreekwoorden met neus
Dat gebeurde terloops.
Die beloning waar hij recht op had is hem ontnomen.
Het is voor de vorm maar niet oprecht.
Hij komt overal achter.
Hij heeft een erg lange neus.
Spreekwoorden met anker
Bij iemand gaan inwonen.
Het is tijd dat ik vertrek.
Hij is niet normaal.
Hij gaat van zijn pensioen genieten.
Hij moet zich uit de voeten maken.