Zij hebben elkaar een kusje [zoentje] gegeven.
De auto's zijn tegen elkaar gebotst.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met hebben
Wallen onder de ogen hebben.
Anderen iets verwijten terwijl je zelf hetzelfde verweten kan worden.
Mensen die brutaal zijn krijgen vaak hun zin.
Dat hebben ze al vanaf hun prille jeugd zo geleerd.
Dronken zijn.
Spreekwoorden met elkaar
Als het geen broertje is dan is het een zusje.
Als je teveel gedronken hebt heb je sneller medelijden met iedereen.
Dat heeft geen enkel verband met elkaar.
Van weinig rond proberen te komen.
Overleggen.