Zuster Anna zie je nog niets komen?
Wat duurt het lang.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij kan aardig uit de dop komen.
- Niet aan de bak komen.
- Bier en barmhartigheid komen bij elkaar.
- Uit het dal komen.
- Tussen de deuren komen.
- Iemand dwars voor de boeg komen.
- Van de Eems in de Dollard komen.
- Voor het front komen.
- In het geniep Stiekem In het geweer komen.
- Bij iemand in het gevlij komen.
- In het geweer komen.
- Iemand te hulp komen.
- Er kaal van af komen.
- De kalanders komen op geen lege graanzolders.
- Zij heeft de kat aan de kaas laten komen.
- Men moet de kat niet aan de kaas laten komen.
- Er zonder kleerscheuren vanaf komen.
- Met kousen en schoenen aan in de hemel komen.
- In de kraam komen.
- Iemand op zijn lichaam komen.
- Aan de man komen.
- Iemand op zijn mieter komen.
- Iemand in het naadgaren komen.
- Het paard moet tot de kribbe komen.
- Ergens raar langs komen.
- Raar uit de bocht komen.
- Iemand op de ribben komen.
- zo snel aan de vrouw komen.
- Even stoom afblazen Even tot rust komen.
- Hij is op een strowis komen aandrijven.
- Uit zijn tent komen.
- Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan.
- Komen die tijden, komen die plagen.
- Ergens aan zijn trekken komen.
- Komen we vandaag niet dan komen we morgen.
- Het zal vast wel goed komen.
- Te voorschijn komen.
- Vrouwen die zich goed en netjes presenteren komen snel aan de man.
- Na de andere week komen er veel mooie dagen.
- Hij is nog aan het a-b-c.
- Dat is nog eens een bof.
- De dag is nog niet ten avond.
- Het jaar heeft veel dagen en nog meer maaltijden.
- Gauw is dood en langzaam leeft nog.
- Hij heeft een hart van nog geen boontje.
- Hij weet er heg nog steg.
- het gaat hen nog niet zo slecht.
- Hij kan hond nog stront zeggen.
- Er is nog kabel op zolder.
- Dat kan kat nog hond verstaan.
- Die kerel is het doodschieten nog niet waard.
- Die kerel is het doodschoppen nog niet waard.
- Kinderen zijn nog te jong voor drank.
- Ook een kleinigheidje wil nog wel bijdragen.
- De kloten rollen nog.
- Hij is nog kras op zijn oude dag.
- Hij is nog in het land der levenden.
- leven nog kan beteren.
- De lucht hangt nog vol dagen.
- In maart kan het nog wel eens sneeuwen.
- Hij is nog met Noach in de ark geweest.
- Oud en stijf en nog geen wijf.
- Ik heb er part nog deel aan.
- De peer is nog niet rijp.
- Hij is nog piepjong.
- Er zijn nog rechters in Berlijn.
- Rust nog duur hebben.
- Het heeft slot nog zin.
- Daar is smaak nog kraak aan.
- We hebben nog spek aan mei toe.
- Taal nog teken van iemand vernemen.
- Hij weet van toeten nog blazen.
- Van toeten nog blazen weten.
- Als twee hetzelde doen is het nog niet hetzelfde.
- Het is nog niet in het vaatje waar het in zuren moet.
- Dat ligt nog vers in het geheugen.
- Hij heeft de verstandskies nog niet.
- Als hij over hem viel zou hij hem nog niet herkennen.
- Er is vis nog graat aan hem.
- De liefde kent vlek nog gebrek.
- Vuur aan wal is nog geen baken.
- Dat is nog geen haaievin waard.
- Zij heeft het wiegstro nog achter de oren.
- Het wiegstro hangt haar nog aan de rokken.
- Hij zegt wik nog wak.
- Hij is zijn wilde haren nog niet verloren.
- De wonderen zijn de wereld nog niet uit.
- De zaak is nog hangende.
- Hij is zo zot nog niet als zijn muts staat.
- Hij is nog zwarter dan de Duivel.
- Hij bezit niets ter wereld.
- Niets zo duur als het eerste pintje.
- Als je elkaar tegenwerkt dan wordt het niets.
- Een krijgsman wint al veel al wint hij niets dan tijd.
- Er is niets nieuws onder de zon.
- Niets is goed in de ogen.
- Iemand niets schuldig blijven.
- Tegen de tand des tijds is niets bestand.
- Als je tevreden bent ben je gelukkig omdat je niets te wensen hebt.
- Dat trekt op niets.
- Een mens zonder verbeelding is niets.
- Niets wezen en niets lijken dat is tweemaal niets.
- Woorden dat is niets de eenden leggen de eieren.
- Het is zo lang als het breed is.
- Een dag is geen week lang.
- Een belofte in dwang en duurt niet lang.
- Lang haar en kort verstand.
- Haastig getrouwd lang berouwd.
- Strenge heren regeren niet lang.
- Het kleed van een weduwe is lang; ieder trapt er op.
- Hij houdt van een kort gebed en van een lang gevret.
- Lekker is maar één vinger lang.
- Zo lang er leven is is er hoop.
- Hij zal zijn lied niet lang zingen.
- Mooie dingen duren duren vaak niet zo lang.
- Het is neef neef zo lang ik leef.
- Het is zijn schuld niet dat de oorlog zo lang duurt.
- Lang en smal heeft geen val.
- Lang van stof zijn.
- in de strijd) Het is neef neef zo lang ik leef.
- Dat is lang op til geweest.
- Lang vasten is geen brood sparen.
- Hij wordt wijs als zijn vingers even lang zijn.
- Na lang wikken en wegen.
- Eerlijk duurt het langst.
- Dat duurt van eeuwigheid tot amen.
- Een stadspraatje duurt maar drie dagen.
- Dat zal een behoorlijke tijd gaan duren.
- Zondagswerk duurt maar één dag.