Spreekwoorden van A tot Z

Daarmee is het onderwerp beëindigd.

Dat zijn onbelangrijke dingen.

Dat is iets heel gewoons.

Tegen die tijd is hij allang overleden.

Dan zijn er grote problemen.

Dat verzint hij.

Dat bewijs is heel zwak.

Dat brengt veel geld op.

Dat is logisch; dat had ik je ook wel kunnen vertellen.

Dat deed hij hoewel hij daar helemaal geen zin in had.

Dat deed hij expres.

Daaruit blijkt dat je een goed mens bent.

Dat blijft tot vervelens toe maar doorgaan.

Dat kost weinig onderhoud.

Dat gaat verkeerd aflopen.

Dat gebeurt zonder dat hij er van op de hoogte is gesteld.

Dat is te duur voor mij.

Dat snapt hij niet.

Dat gaat te ver.

Dat voel je door je hele lichaam.

Dat snapt hij niet.

Dat krijgt iedereen te horen.

Dat loopt ongemerkt af.

Dat gaat erg makkelijk.

Dat houdt een keer op.

Dat was beslissend.

Die schuld kan niet meer betaald worden.

Dat gebeurde terloops.

Dat gebeurt keer op keer.

Het komt wel voor, maar niet zo vaak.