Spreekwoorden van A tot Z

Begrenzen van wat toegelaten wordt om (verder) misbruik te voorkomen.

Vaak worden mensen die het verdienen niet beloond.

Hij heeft een ruim geweten.

Je kunt van kwade mensen geen goede daden verwachten.

Hij verandert van partij omdat hij bij de ander meer voordeel kan behalen.

Bedriegen.

Je kunt de kleding van je broer afdragen.

Op reis een mankement aan het vervoermiddel krijgen.

Een oude vrouw kan soms nog wel wat doen

Iedereen doet wel eens iets verkeerds.

Onderzoeken hoe het met de emoties zit.

Een onbetekenend figuur.

Iedereen gaat een keer dood.

De dood; voorgesteld als een skelet met een zeis.

Moeilijk doen over de kleinste onbelangrijkste zaken.

Van de regen in de drup geraken.

De meest urgente noodzakelijke dingen moeten het eerst gebeuren.

Als je arm bent doe je soms gekke dingen om aan geld te geraken.

Een pleit kan meevallen maar ook tegenvallen.

Mensen die veel klagen hebben het vaak zo slecht nog niet.

Helemaal naakt.

Drukte maken om iets onbelangrijks.

Gedoe.

Door tweedracht te zaaien bij je tegenstanders aan de macht blijven.

Alles doen wat mogelijk is omdat anders de boel verloren gaat.

Met opgetrokken kleding in het water lopen.

Met alleen maar praten gebeurt er niets; het komt op het werken aan.

Zij kunnen twee dingen tegelijk doen.

Je kunt iets altijd proberen.