Een land te vuur en te zwaard verwoesten.
Een land helemaal verwoesten.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Arbeid zonder verstand is schade voor het land.
- Haring in het land dokter aan de kant.
- Er is honger in het land.
- Hij kent de kaart van het land.
- De krant brengt de leugens in het land.
- Geen profeet is in zijn eigen land geƫerd.
- Die gaat van het land op het ijs is niet wijs.
- Hij is goed te land gekomen.
- Hij heeft het land als een stier.
- Hij loopt met zijn land in zijn schoenen.
- Het is daar ook niet het land van belofte.
- Hij is nog in het land der levenden.
- Dat gaat over land en zand.
- Ergens stad en land voor aflopen.
- Hij is een stille in het land.
- In het land van belofte sterft men van armoede.
- Ieder land heeft zijn trant.
- Iemand het land opjagen.
- Het land hebben aan iemand.
- Het land van de Rijzende zon.
- De liefde tot zijn land is ieder aangeboren.
- Een land van melk en honing.
- Licht land loos volk.
- Hoe lichter land hoe lozer lui.
- Meeuwen op het land onweer aan het strand.
- Oude of dure schepen blijven aan land.
- Hoe verder van zijn land hoe dichterbij zijn schade.
- Nooit Sant verheven in zijn land.
- Des vorsten hand Is zo groot als het land.
- Hij woont aan de zelfkant van het land.
- Mijn hand steek ik daar niet voor in het vuur.
- Hoogmoed en vrede is water en vuur.
- De kastanjes voor iemand uit het vuur halen.
- Hij stookt kwaad vuur.
- Dat was olie op het vuur.
- Daar staat een pot te vuur.
- De pot gaat te vuur.
- Daar staat een potje op het vuur.
- De tang ligt in het vuur.
- Hij heeft verschillende ijzers in het vuur.
- Beter doorhet vuur te vliegen dan er door te kruipen.
- Vuil water blust ook vuur.
- Die te dicht bij het vuur zit verbrandt zijn knoesels.
- Die het dichtst bij het vuur zit warmt zich het best.
- Men moet het vuur onder de as zoeken.
- Die hem tussen vuur en stro zet brandt geerne.
- Geen rook zonder vuur.
- Die vuur wilt hebben moet de rook verdragen.
- Het vuur aanblazen.
- Vuur in de ene hand dragen en water in de andere.
- Iemand het vuur aan de schenen leggen.
- Zich het vuur uit de sloffen lopen.
- Met vuur spelen.
- Vuur en liefde trekken sterk en beletten menig werk.
- Vuur en stro dient niet alzo.
- Hij is in het vuur verguld.
- Vuur en vlam spuwen.
- Vuur bij het vlas brand wonder ras.
- Vuur aan wal is nog geen baken.
- Het is water en vuur.
- Waar het werk bij het vuur ligt is brand te vrezen.
- Honger is een scherp zwaard.
- Het ene zwaard houdt het andere in de schede.
- Een tweesnijdend zwaard.
- Een zwaard zal door uw ziel gaan.
- Het zwaard des geestes.
- Het zwaard om zijn lendenen gorden.