Het oog was groter dan de maag.
Hij had meer opgeschept dan hij kon opeten.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Dat was een benauwd halfelfje.
- Dat was een bittere pil om te slikken.
- Dat was kantje boord.
- Dat was een domper op de vreugde.
- Dat was de doodsteek.
- Dat was het eind van het lied.
- Daar was geschoren en ongeschoren.
- Er was hommeles.
- Als mijn kat een koe was kocht ik geen melk meer.
- Een kind kan de was doen.
- Hij was er als de kippen bij.
- Dat was de klap op de vuurpijl.
- Hij is klein van was.
- Dat was andere koffie.
- Dat was een lawaai of de wereld verging.
- Hij was uit het lood geslagen.
- Het was of hem een luis over de lever liep.
- Dat was maar een eenvoudige maaltijd.
- Die man is als was in zijn handen.
- Dat was naadje.
- Dat was op het nippertje.
- Dat was olie op het vuur.
- Dat was een hele openbaring.
- Dat was een pak van mijn hart.
- Zij was poeslief.
- Zij was poesmooi.
- Dat was een rad uit zijn wagen.
- Dat was een rib uit mijn lijf.
- Hij was een ridder zonder vrees of blaam.
- Dat was een schot voor open doel.
- Dat was een snee over zijn gezicht.
- Dat was een streep door de rekening.
- Was Dina thuis gebleven dan was zij kuis gebleven.
- Mijn vader was geen Bremer.
- Dat was een vlieg in zijn melk.
- Hij zag er uit of hij door een ringetje gehaald was.
- Dat was zijn zwanenzang.
- Dat ligt als beton op de maag.
- Een glas op zijn tijd houdt de mot uit de maag.
- Mijn hart [maag] draait ervan om.
- Honger maakt een grage maag.
- De kat zal met zijn lege maag niet weglopen.
- Iemand iets in zijn maag splitsen.
- Dat ligt hem zwaar op de maag.
- Mijn maag jeukt.
- Mijn maag rammelt.
- Een volle maag studeert niet graag.
- Zijn maag [lijf] op de leest zetten.
- Hij heeft een mot in zijn maag.
- De ratten zullen niet met zijn lege maag weglopen.
- Dat ligt hem als een steen op de maag.
- Dat is hem een doorn in het oog.
- Een kwaad oog op iemand hebben.
- Het laken door het oog van de schaar halen.
- Hij gunt hem het licht in zijn oog niet.
- Iets met een half oog zien.
- Het is een lust voor het oog.
- Het Boze Oog.
- Het oog ziet altijd van zich af.
- Oog [Ook] om oog en tand om tand.
- Het oog wil ook wat hebben.
- Uit het oog uit het hart.
- Het oog van de meester maakt het paard vet.
- Het oog van de meester maakt de paarden vet.
- Oog om oog en tand om tand.
- Het oog sluiten voor iemands tekortkomingen.
- Een oog in het zeil houden.
- Wat het oog niet ziet deert het hart niet.
- Hij heeft Schiedam in het oog.
- Dat past als een vuist op een oog.
- Ik waag er een oog aan.
- Hij gunt hem het wit in zijn oog niet.
- Een zeer oog kan het licht niet verdragen.
- Hoe groter de geest hoe groter het beest.
- Hoe kaler jonker hoe groter pronker.
- De kosten waren groter dan de opbrengsten.
- Hoe groter praler hoe slechter betaler.
- Het is vaak groter kunst te zwijgen dan te spreken.
- Geen groter venijn dan vriend tonen en vijand zijn.