Hij is aan handen en voeten gebonden.
Hij heeft weinig speelruimte.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij heeft bloed aan zijn handen.
- Hij heeft zijn handen zaligheid beloofd.
- Op iemands handen leggen.
- Hij komt handen te kort.
- Grote heren hebben lange handen.
- Hij mag zijn handen wel dichtknijpen.
- Een mens moet zijn handen kunnen gebruiken.
- Men moet met handen en niet met manden zaaien.
- Iemand onder handen nemen.
- Iets onder handen hebben.
- Iemand op handen dragen.
- Zij zijn twee handen op één buik.
- Men zaait met handen en niet met manden.
- Hij zit met zijn handen in het haar.
- Vele handen maken licht werk.
- De handen ineen slaan.
- Zijn handen staan krom.
- Zijn handen jeuken hem.
- Veel handen maken licht werk.
- De handen uit de mouwen steken.
- Met de handen in de schoot zitten.
- Handen in de schoot dat geeft geen brood.
- Handen stil, tanden stil.
- De handen vrij krijgen.
- Zijn handen ergens aan vuil maken.
- Iemand de handen zalven.
- Niemand kan ijzer met handen breken.
- De leiding in handen nemen.
- Waar de lippen werken daar rusten de handen.
- Die man is als was in zijn handen.
- Bij Jakobs stem behoren geen Ezau's handen.
- De teugels in handen nemen.
- Hij houdt de troeven in handen.
- Het zijn twee handen op één buik.
- Het zijn twee handen op één buik.
- Iets aan vreemde handen toevertrouwen.
- Hij wast er zijn handen van af.
- Hij wast zijn handen in onschuld.
- Iemand werk uit handen nemen.
- Hij is als een willoos werktuig in zijn handen.
- Men steekt gaarne zijn voeten onder een eigen tafel.
- Een gebod met voeten treden.
- Iemand het gras voor de voeten wegmaaien.
- De grond brandt hem onder de voeten.
- De grond werd hem te warm onder de voeten.
- Iemand het hoofd voor de voeten leggen.
- Hij heeft natte voeten.
- Hij heeft zijn paspoort onder de voeten genomen.
- Hij heeft het recht met voeten getreden.
- Het stof van de voeten schudden.
- Hij heeft vaste grond onder de voeten.
- Hij heeft aan de voeten van Gamaliël gezeten.
- Iemand voor de voeten spuwen.
- Dat gaat zover als het voeten heeft.
- Zich uit de voeten maken.
- Dat heeft veel voeten in de aarde.
- Iemand de voeten spoelen.
- Een jaar is aan geen staak gebonden.
- De kar is niet aan zijn gat gebonden.
- Waar het peerd gebonden is moet het eten.