Iemand het kruis uit de broek vragen.
Iemand helemaal uithoren.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Iemand achter de broek zitten.
- Zij heeft de broek aan.
- Iemand een teen onder zijn broek steken.
- Iemand de broek opbinden.
- Dat zal hem dun door de broek lopen.
- Mettertijd komt Jan in de broek en Griet in de rokken.
- Hij heeft een mier in zijn broek.
- Iemand een veer op de hoed [in de broek] steken.
- De Duivel heeft het vragen uitgevonden.
- Kinderen die vragen worden overgeslagen.
- Iemand het patroon van de rolpens vragen.
- Stenen vragen geld.
- Iets vragen dat je allang weet.
- Met vragen komt men in [te] Rome.
- Door vragen wordt men wijs.
- Naar de bekende weg vragen.
- Vragen kost geen geld.
- Onze Lieve Heer van het kruis bidden.
- Iemand het heilige kruis nageven.
- Kop [Kruis] of munt.
- Een mens krijgt kracht naar kruis.
- Kracht naar kruis.
- Men draagt het kruis niet altijd op zijn rug.
- Die één kruis ontloopt ontmoet er twee.
- Hij heeft kruis noch munt.
- Niemand wil het kruis dragen.
- Die het kruis heeft zegent zijn zelven eerst.
- Ergens een kruis over maken.