Zij is van de tand.
Zij is al oud.
Trefwoorden
tandSpreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Hij leeft van de hand in de tand.
- Tussen hand en tand wordt een ding wel te schand.
- Van de hand in de tand leven.
- Dat is een lekker tand.
- Oog [Ook] om oog en tand om tand.
- Oog om oog en tand om tand.
- Rap in [Vlug met] de hand rap in [vlug met] de tand.
- Slak ten tand slak ter hand.
- Tegen de tand des tijds is niets bestand.
- Iemand een tand trekken.
- Iemand aan de tand voelen.