Dat is een lekker tand.
Hij houdt van lekker eten.
Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Met kerst zijn de knollen niet meer lekker.
- Hij heeft een lekker kleurtje gekregen.
- Lekker brood is gaar maar niet verbrand.
- Lekker kele kost zo vele.
- Lekker is maar één vinger lang.
- Lui en lekker geen ding gekker.
- Wat men ver haalt is lekker.
- Hij leeft van de hand in de tand.
- Tussen hand en tand wordt een ding wel te schand.
- Van de hand in de tand leven.
- Oog [Ook] om oog en tand om tand.
- Oog om oog en tand om tand.
- Rap in [Vlug met] de hand rap in [vlug met] de tand.
- Slak ten tand slak ter hand.
- Zij is van de tand.
- Tegen de tand des tijds is niets bestand.
- Iemand een tand trekken.
- Iemand aan de tand voelen.