Spreekwoorden.nl

Spreekwoorden en uitdrukkingen uit de Nederlandse taal

  • Home (current)
  • Spreekwoorden op trefwoord
  • Spreekwoorden A-Z
  • Contact
  • Dieren
  • Kleuren
  • Emoties
  • Religie
  • Eten & drinken
  • Natuur
  • Mens
  • Lijf
  • Home
  • Spreekwoord

Oog om oog en tand om tand.

Op gelijke manier terugslaan.


Trefwoorden

oog tand

Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden

  • Dat is hem een doorn in het oog.
  • Hij leeft van de hand in de tand.
  • Tussen hand en tand wordt een ding wel te schand.
  • Van de hand in de tand leven.
  • Een kwaad oog op iemand hebben.
  • haalt te veel laken door het oog.
  • Het laken door het oog van de schaar halen.
  • Last in First out) Wat het oog niet ziet deert het hart niet.
  • Dat is een lekker tand.
  • Hij gunt hem het licht in zijn oog niet.
  • Iets met een half oog zien.
  • Het is een lust voor het oog.
  • Het Boze Oog.
  • Het oog ziet altijd van zich af.
  • Het oog was groter dan de maag.
  • Oog [Ook] om oog en tand om tand.
  • Het oog wil ook wat hebben.
  • Uit het oog uit het hart.
  • Het oog van de meester maakt het paard vet.
  • Het oog van de meester maakt de paarden vet.
  • Het oog sluiten voor iemands tekortkomingen.
  • Een oog in het zeil houden.
  • Wat het oog niet ziet deert het hart niet.
  • Rap in [Vlug met] de hand rap in [vlug met] de tand.
  • Hij heeft Schiedam in het oog.
  • Slak ten tand slak ter hand.
  • Zij is van de tand.
  • Tegen de tand des tijds is niets bestand.
  • Iemand een tand trekken.
  • Iemand aan de tand voelen.
  • Trouw naar de oor en niet naar de oog.
  • Dat past als een vuist op een oog.
  • Ik waag er een oog aan.
  • Hij gunt hem het wit in zijn oog niet.
  • Een zeer oog kan het licht niet verdragen.