Oog om oog en tand om tand.
Op gelijke manier terugslaan.
Trefwoorden
oog tandSpreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
- Dat is hem een doorn in het oog.
- Hij leeft van de hand in de tand.
- Tussen hand en tand wordt een ding wel te schand.
- Van de hand in de tand leven.
- Een kwaad oog op iemand hebben.
- haalt te veel laken door het oog.
- Het laken door het oog van de schaar halen.
- Last in First out) Wat het oog niet ziet deert het hart niet.
- Dat is een lekker tand.
- Hij gunt hem het licht in zijn oog niet.
- Iets met een half oog zien.
- Het is een lust voor het oog.
- Het Boze Oog.
- Het oog ziet altijd van zich af.
- Het oog was groter dan de maag.
- Oog [Ook] om oog en tand om tand.
- Het oog wil ook wat hebben.
- Uit het oog uit het hart.
- Het oog van de meester maakt het paard vet.
- Het oog van de meester maakt de paarden vet.
- Het oog sluiten voor iemands tekortkomingen.
- Een oog in het zeil houden.
- Wat het oog niet ziet deert het hart niet.
- Rap in [Vlug met] de hand rap in [vlug met] de tand.
- Hij heeft Schiedam in het oog.
- Slak ten tand slak ter hand.
- Zij is van de tand.
- Tegen de tand des tijds is niets bestand.
- Iemand een tand trekken.
- Iemand aan de tand voelen.
- Trouw naar de oor en niet naar de oog.
- Dat past als een vuist op een oog.
- Ik waag er een oog aan.
- Hij gunt hem het wit in zijn oog niet.
- Een zeer oog kan het licht niet verdragen.