Spreekwoorden met overeenkomstige trefwoorden
Spreekwoorden met hoofd
Anderen iets verwijten terwijl je zelf hetzelfde verweten kan worden.
Daar heeft hij nu geen zin in.
Daar heeft hij niet aan gedacht.
Hij is zeer dom.
De man moet de baas zijn over de vrouw maar de man kan niet zonder de vrouw.
Spreekwoorden met staan
Bij iemand schuld hebben.
Bij iemand een schuld/wederdienst moeten aflossen.
Bij iemand een schuld hebben.
Je moet als huwbaar meisje niet al te vaak van huis zijn.
Hij is zat.
Spreekwoorden met oren
Je moet altijd goed luisteren naar wat er wordt gezegd.
Een oorveeg geven.
Het onmogelijke hoef je niet te doen.
Hij doet alsof hij het niet hoort.
Hij bevindt zich in een lastige situatie.
Spreekwoorden met dicht
Dat is helemaal niet dicht; daar zitten juist veel gaten in.
Als je het gevaar opzoekt zal je daaraan ook sterven.
Het huis is slecht gebouwd.
Hij vertelt (het geheim) niet.
Je moet niet het onmogelijke willen.