Spreekwoorden met hebben
106 spreekwoorden gevonden
61 - 90 van 106Iemand doorzien.
De macht hebben over iemand.
Iemand door hebben.
De baas zijn over iemand.
Met iemand opgescheept zitten.
Iets meegemaakt hebben dat je niet weer hoeft te doen.
Iets door hebben.
Iets bewaren voor een later moment.
Iets aan het doen zijn.
Iets op papier hebben staan.
Ik moet weten waar ik aan toe ben.
Ik wil duidelijkheid hebben.
Hoogmoedig zijn.
Kijk uit met wat je vertelt want voordat je het weet krijgen de verkeerde personen dit te horen.
Mensen die het meeste klagen hebben het vaak zo slecht nog niet.
Je moet altijd oppassen want voordat je het weet loopt iets uit de hand.
Kinderen horen snel dingen die niet voor hun oren zijn bestemd.
Door te liegen bereik je uiteindelijk niet veel.
Als je in de gunst staat word je op diverse manieren geprezen.
Als je iets wilt hebben zul je er geld voor over moeten hebben.
Ruzie hebben met iemand.
Er moeten ook gekken zijn op de wereld.
Oude mannen zijn vaak eigengereid.
Iedereen doet wel eens iets verkeerds.
Ongedurig zijn.
Men geeft altijd een ander de schuld.
Heel erg veel spijt hebben.
Ondank is 's werelds loon.
Mensen die zwijgen hebben vaak goede diepere gedachtes.
Vaak kun je op je eigen familileden niet vertrouwen.