---

41 spreekwoorden gevonden

1 - 30 van 41
Daar is ouwe Jan en jonge Jan. Daar allerlei rommel.
Dat is een huishouden van Jan Steen. Dat is een grote wanboel.
Dat is een redenering van Jan Kalebas. Daaruit kun je geen wijs worden.
Dat is een wijn van Jan Langarm. Dat is water uit de kraan.
Het is een huishouden van Jan Steen. Het is er een wanboel.
Hij geeft antwoord op de naam Jan. Hij heet Jan.
Hij is boven Jan. Hij heeft de problemen opgelost.
Hij is een Jan Courage. Hij is een dapper mens.
Hij is een Jan Hen. Hij gaat over de keuken.
Hij slaat eronder als Malle Jan onder de kippen. Hij gaat onbezonnen te werk.
Hij staat te kijken als malle Jan. Hij kijkt alsof hij gek is.
Iets naar Ome Jan brengen. Iets naar de pandjesbaas brengen.
Jan Allemachtig. Een graafmachine.
Jan de behanger. Iemand die alles verkeerd doet.
Jan de Rijmer. Een slechte dichter.
Jan de Wasser. Iemand die allerlei klusjes voor zijn vrouw moet verrichten.
Jan Gajes. Misdadigers.
Jan Gat. Een onhandig persoon.
Jan Goddomme. Een onbeschaafd persoon.
Jan Gort. Een kookliefhebber.
Jan Hen. Een kookliefhebber.
Jan Kalebas. Een opschepper.
Jan Krediet die woont hier niet. Hier moet contant worden betaald.
Jan Krent. Iemand die zich met allerlei kleine details bezig houdt.
Jan Lul. Een onbetekenend figuur.
Jan met de pet. De gewone man.
Jan Modaal. Iemand met een modaal inkomen.
Jan Moeial. Een bemoeial.
Jan Ongeluk. Iemand die altijd maar pech heeft.
Jan Pappelap. Een slappe man.

Deze website gebruikt cookies.